De Westelijke muur, ook wel bekend als de Klaagmuur of in het Hebreeuws Kotel, is de heiligste plaats die op dit moment toegankelijk is voor Joden. De Westelijke muur is een gedeelte van de muur in de Oude stad die het plateau omringt en ondersteunt waar vroeger de Tweede Tempel heeft gestaan. Het is een bijzondere plaats waar mensen kunnen bidden tot God, de plaats waar de Heerlijkheid van God (de Shchina) was en nog steeds is. Op het plein bij de Muur worden Joods religieuze diensten gehouden, en nationale en religieuze ceremonies, zoals bijvoorbeeld het Bar Mitsva feest, waarbij jongens op de leeftijd van 13 jaar voor het eerst uit een Torah rol lezen.
Op de 9e dag van de Joodse maand Av herdenkt men de verwoesting van de Tempel. Dat maakt deze dag een belangrijke rouwdag op de Joodse kalender, waardoor tienduizenden mensen naar deze Herodiaanse muur komen om te rouwen en te klagen. Om deze reden wordt de muur ook wel de Klaagmuur genoemd.
Tot 1948 was er een beperking voor Joden om naar de Muur te komen, en vanaf 1948 tot 1967 was het in vijandig (Jordaans) gebied. Sinds 1967 is de Kotel in Israëlische handen, en worden er in de buurt veel archeologische opgravingen gehouden.
